mentaal vervellen

ik noem het mentaal vervellen 

zij zegt onaangenaam

verval

een cyclus geënt op de wassende diana

een woelige branding 

trekt en duwt tegen de achterkant van mijn ogen 

tot zich een waas vormt

tussen nu en straks

droom en daad


ik noem het zonde van de zorg

zij zegt onaangenaam

als ik de dag door slenter

in bubbelwrap

overal tegenaan bots waar niets is 

blij de angel uit de dag trek

de plop van de kurk

ik zeg laat zijn

het scheurtje dicht zelf wel 

ik hoef geen pleister

geen gehannes om niets 

zij zegt we zullen zien 

tot we in bed

lepeltje zijn

en alles vergeten 

Previous
Previous

zelden zomers

Next
Next

Blog titel 1